Gepubliceerd op 12-09-2018

Hinderen

betekenis & definitie

HINDEREN, (hinderde, heeft gehinderd), belemmeren, tegenwerken: die wond aan mijn voet hindert mij zeer in het loopen;

storen, ophouden: uw gepraat hindert mij; laat hem studeeren en hinder hem niet;
— nadeel brengen, schade doen: wat hindert het, of ik het vertel?; o, dat hindert niet, ge kunt het zonder bezwaar doen;
— een onaangenaam gevoel veroorzaken: mijn been hindert mij weer; hij heeft allerlei dingen die hem hinderen, verdrietige familieomstandigheden, zorgen enz. die hem zijne gemoedsrust benemen. HINDERING, v. (-en).

< >