hinderen
hinderen - Werkwoord 1. (ov) de voortgang verstoren 2. (ov) iets of iemand storen in zijn/haar bezigheden Synoniemen derangeren [2] beletten Antoniemen helpen Verwante begrippen verhinderen
Wiktionary (2019)
hinderen - Werkwoord 1. (ov) de voortgang verstoren 2. (ov) iets of iemand storen in zijn/haar bezigheden Synoniemen derangeren [2] beletten Antoniemen helpen Verwante begrippen verhinderen
Muiswerk Educatief (2017)
hinderen - regelmatig werkwoord uitspraak: hin-de-ren 1. iemand last of schuldgevoel bezorgen ♢ hij hinderde mij bij het lezen 1. het hindert niet [het geeft niet] Regelmatig werkwoo...
Jan Luitzen (2008)
(ov ww; hinderde; h. gehinderd) LO - tijdens deelname aan een looponderdeel (ook snelwandelen) een andere atleet duwen, voor hem langs lopen of hem de weg versperren teneinde zijn voortgang te belemmeren; op hinderen staat als sanctie diskwalificatie op het betreffende onderdeel.
Hans Heestermans (1977)
hinderen - z. masturberen; eig. ‘zichzelf schade toebrengen’ (vgl. voor meer woorden uit deze sfeer: zelfbevlekking, -bestemming), ’k He’ mij zelven gehinderd. Aant. GEZELLE [vóór 1890].
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., hinderje, deare, lette, steure, yn ’e wei wêze; dat hindert niets, dat kin neat skele, dat let neat.
Van Dale Uitgevers (1950)
(hinderde, heeft gehinderd), 1. (iem. in iets) belemmeren, tegengaan: een verkeersobstakel hinderde hen in het voortgaan ; 2. nadeel toebrengen, schade doen: wat hindert het, of ik het vertelt; o, dat hindert niet, ge kunt het zonder bezwaar doen, het is geen beletsel; thans ook wel dat mag niet hinderen; 3. iem. in de v...
M. J. Koenen's (1937)
hinderde, heeft gehinderd; 1. belemmeren; overlast aandoen: hinder mij niet bij mijn werk; dat hindert niet, schaadt niet; hinder ik (u) soms? 2. ergernis, verdriet veroorzaken: zijn slecht gedrag hindert mij; dat was een zaak, die hem erg hinderde.
Jozef Verschueren (1930)
(hinderde, heeft gehinderd) [Mned. hinder, achter, beletten vooruit te komen] 1. belemmeren, beletten, tegenhouden: een ongesteldheid heeft hem gehinderd te komen. 2. benadelen, schaden: dat hindert niet. 3. storen: hinder ik je als ik hier zit? iemand bij zijn werk -. 4. onaangenaam aandoen; het licht hindert me. 5. lichtelijk grieven, ontstemme...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: