HAARKNOL, m. (-len),
...KNOP, m. (-pen), (ontl.) het weeke, knolvormige ondereinde van den haarwortel;
...KOORD, o. zeker geribd weefsel van katoen;
...KOP, m. (-pen), (nat.) een kop met haar om proeven mede te nemen een electrische haarkop op standaard met isoleerbankje;
...KRANS, m. (-en), (ontl.) geplooide kring van het adervlies naar het regenboogvlies, straalvormig lichaam;
...KROON, v. (plantk.) een kroontje van haren op eene vrucht of een zaad staande, zaadpluis;
...KRUID, o. andere naam voor het venushaar en voor het dwergvlas;
...KRUL, v. (-len), krul in het haar;
...KRULLER, m. (-s), (bij kappers) werktuig om het haar te doen krullen;
...KUIF, v. (...ven);
...KUNDIGE, m. en v. (-n), deskundige betreffende den haargroei, fabrikant van haarmiddelen.