Het begrip grootje heeft 2 verschillende betekenissen:
1. grootje - GROOTJE, o. (scherts.) iets groots (in tegenst. met kleintje): vele kleintjes maken een grootje.
2. grootje - GROOTJE, o. (-s), grootmoeder: grootje is ziek;
— iemand naar zijn grootje sturen, hem van kant helpen, hem daarheen sturen waar zijn voorgeslacht reeds is;
— loop naar je grootje !, schertsend voor maak dat anderen wijs;
— (ook) oude vrouw, oud moedertje, bestje: een oud, knorrig grootje;
— het oude grootje, benaming van zekeren visch, de geharnaste donderpad of harnasman.