GRASGROND, m. (-en), grond die geschikt is om gras op te teelen, met gras begroeide grond: goede en slechte grasgronden; (wapenk.) benaming voor de afbeelding van wezenlijken grond aan den schildvoet het wapen van Monnikendam is van zilver met een monnik op een grasgrond;
...HALM, m. (-en), stengel van eene grasplant;
...HARING, m. (-en) (als stofn. v. gmv.), haring die dicht bij de kust gevangen wordt;
...HEGGE, v. (-n), (gew.) de lager gelegen zoom van bouwland, die met gras begroeid is;
...HOEN, o. (-ders), zekere in ZuidAmerika voorkomende hoendersoort;
...HOPPER, HUPPER, m. (-s), (gew.) sprinkhaan;
...JAAR, o. (...jaren), het jaar beschouwd ten opzichte van het al of niet voordeelige beschot aan gras een goed, een schraal grasjaar
...JONKER, m. (-s), (Zuidn,) groenvink;
...KAAS, v. (...kazen), kaas, gemaakt van melk van weidend vee (integenst. met hooikaas);
...KALF, o. (...kalveren), een kalf, zoo oud dat het in de weide loopt (in tegenst. met nuchtere kalveren);
...KAMP, m. (-en), afgepaald stuk weiland;
...KANT, m. (-en), met gras begroeide walkant langs een water;
— (Zuidn.) de met gras begroeide zoom rondom een akker;
...KARSOETEN, v. mv. (gew.) madeliefjes (bellis perennis);
...KIKVORSCH, m. (-en), zekere soort van kikvorsch;
...LAND, o. (-en), grond voor grasteelt geschikt, wei- of hooiland (in tegenst. met bouwland.);
...LEEUWERIK, m. (-en), (Zuidn.) boompieper.