Gepubliceerd op 06-09-2018

Ginder

betekenis & definitie

GINDER, ook GINTER, bw. (van plaats) daar, op die plaats (op eenigen, soms op grooten afstand van den spreker) hij woont ginder; uw broer is in Indië, hoe bevalt het hem, ginder ?;

— hier en ginder, hier en daar, (ook als uitroep, ter vermijding van ergerlijke woorden) voor den dit en dat: wel hier en ginder !