Gepubliceerd op 24-02-2020

Giek

betekenis & definitie

Het begrip giek heeft 2 verschillende betekenissen:

1. giek - GIEK, v. (-en), lange smalle sloep, waarin op elke bank maar één roeier zit.

2. giek - GIEK, v. (-en), (scheepst.) spriet tot het uitzetten der lijzeilen;
— (op binnenvaartuigen) de stok die onder aan de bezaan vast is, om die uit te zetten;
— in de samenst. achtergiek, voorgiek keertouw waarmede men de hakspier dwars buiten het schip zet;
— dwarshout aan een wegwijzer of wegpaal;
— IJZER, o. (-s), ijzer aan de giek;
— ZEIL, o. (-en), eene soort van lijzeil.

< >