Gepubliceerd op 06-09-2018

Gezant

betekenis & definitie

GEZANT, m. (-en), iem. die door een vorst of staat met bepaalde opdracht naar een anderen vorst of staat wordt gezonden: gezanten afvaardigen; de Engelsche, de fransche gezant, de vertegenwoordiger van de Engelsche, de Fransche regeering aan een hof of op een congres;

— (in ’t bijz.) de diplomatieke ambtenaar die in rang volgt op den ambassadeur: buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister, thans de hoogste rang bij het Nederlandsche corps diplomatique;
— (bijb.) een boodschapper, zendeling, bode: een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer, noch een gezant dan die hem gezonden heeft; Gods gezant, Jezus hoe barmhartig heeft God zich getoond, als hij ons Zijnen zoon en gezant gezonden heeft.