GENAGELD, bn. voorzien van nagels;
— (wapenk.) afgebeeld met nagels van eene andere kleur dan het dier zelf in goud een roode leeuw, getongd en genageld van glazuur;
— in plantk.) een genageld bloemblad, een bloemblad welks vlakke deel (de plaat) plotseling in een steelachtigen voet (de nagel) overgaat.