Gepubliceerd op 06-09-2018

Gelukzalig

betekenis & definitie

GELUKZALIG, bn. bw. (-er, -st), het hoogste geluk deelachtig, uiterst gelukkig; inz. in toepassing op het godsdienstig en zedelijk leven iem. gelukzalig achten, noemen; een gelukzalig lot, een lot dat iem. in de hoogste mate gelukkig maakt;

— (gew.) iem. een gelukzalig nieuwjaar wenschen, een hoogst gelukkig jaar;
— (Zuidn.) een gelukzalige glimlach, een glimlach van innig geluk;
— bw. op eene wijze die blijk geeft van innig geluk iem. gelukzalig toelachen.