Gepubliceerd op 24-02-2020

Gelaten

betekenis & definitie

GELATEN, bn. (-er, -st), (van personen) aan Gods wil overgegeven, onderworpen, in Gods beschikking berustende; berustende; lijdzaam, kalm (in toepassing op personen die rampen en weder waardigheden, verdriet, leed enz. met kalmte en zonder morren verduren): gij hadt hem moeten zien, zoo gelaten en zoo opgeruimd in zijn ongeluk;

— iets gelaten af wachten (wachten), het met kalme berusting afwachten;
— (overdr.) (w. g.) (van iemands gezindheid of van de handelingen, die daaruit voortvloeien) blijk gevende van de lijdzaamheid van den persoon, van kalme berusting getuigende: hare gelaten bewilliging.