Gepubliceerd op 02-09-2018

Gebeend

betekenis & definitie

GEBEEND, bn. van zulke beenen voorzien als door het bepalende bijwoord wordt aangewezen, alleen in samenstellingen gebruikelijk: dikgebeend, kortgebeend, langgebeend; ook (scherts.) langgebeend dat heer is ook gebeend wat een stappen !;

— van zulke beenderen voorzien, als door het bepalende bijwoord wordt aangewezen dikgebeend, gro gebeend; grove of uitstekende beenderen hebbende de overige menschenhanden zijn gespierd en gebeend, kloek en ferm gebeiteld.