Gepubliceerd op 02-09-2018

Gade

betekenis & definitie

GADE, (in saamgetrokken vorm GA), m. en v. (-n), gelijke, wedergade;

zonder gade, zonder gelijke, weergaloos; (oudt.) geen gade hebben of kennen, ongeëvenaard zijn;
— inz. echtgenoot, echtgenoote: gade en kroost, gade en spruiten, vrouw en kinderen; gade en moeder was hun ontvallen;
— (dicht.) gaaike, inz van duiven.