Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie W
- WERKLENGTE
- WERKLIEDENORGANISATIE
- WERKLOOS
- WERKLOOZENCOMITÉ
- WERKLOOZENCOMITÉ
- WERKLUST
- WERKMAN
- WERKMANSBOND
- WERKROL
- WERKSTELLIG
- WERKSTER
- WERKSTOEL
- WERKTUIG
- WERKTUIGKUNDE
- WERKTUIGKUNDIG
- WERKTUIGKUNDIGE
- WERKTUIGLIJK
- WERKTUIGMAKER
- WERKUUR
- WERKVLOT
- WERKWILLIG
- WERKWINKEL
- WERKWOORD
- WERKZAAL
- WERKZAAM
- WERKZAK
- WERP
- WERPDRAAD
- WERPEN
- WERPER
- WERPGAREN
- WERPNET
- WERPSCHIJF
- WERRIE
- WERST
- WERTEL
- WERVEL
- WERVELADER
- WERVELEN
- WERVELHOLTE
- WERVELSWIJZE
- WERVELUITSTEEKSEL
- WERVELVORMIG
- WERVELWIND
- WERVELZIEK
- WERVEN
- WERVER
- WERWAARTS
- WESHALVE
- WESP
- WESPENANGEL
- WESPESTEEK
- WESPVLIEG
- West
- WEST-FRIESLAND
- WEST-INDIË
- WEST-VLAANDEREN
- WESTEINDE
- WESTELIJK
- WESTELIJKEN
- WESTEN
- WESTENWIND
- WESTERGANG
- WESTERGOO
- WESTERGRENS
- WESTERLING
- WESTERMARKT
- WESTERSCH
- WESTFRIES
- WESTFRIESCH
- WESTINDIEVAARDER
- WESTINDISCH
- WESTINGHOUSEREM
- WESTKANT
- WESTMOESSON
- WESTNOORDWEST
- WESTNOORDWESTELIJK
- WESTPUNT
- WESTRUMIET
- WESTSTREEK
- WESTVLAAMSCH
- WESTWAARTS
- WESTZEE
- WESTZUID WESTELIJK
- WESTZUIDWEST
- WESWEGE
- Wet
- WETBOEK
- WETE
- Weten
- WETENS
- WETENSCHAP
- WETENSCHAPPELIJK
- WETENSWAARDIG
- WETERING
- WETGEEFSTER
- WETGELEERDE
- WETGETROUW
- WETGEVEND
- WETGEVER
