Gepubliceerd op 06-12-2018

WERKZAAM

betekenis & definitie

WERKZAAM, bn. bw. (...zamer, -st), vlijtig, naarstig, arbeidend, oppassend: een werkzame jongen; hij is steeds werkzaam;

—(godgel.) bij voorstanders van zoogenaamde bevinding daarmede begunstigd : die zondaar begint werkzaam te worden;
— krachtig werkend : dat zal een werkzaam middel zijn om hem te beteren; een werkzaam aandeel aan iets hebben, er mede aan werken.
WERKZAAMHEID, v. vlijt, naarstigheid: ik bewonder zijne onvermoeide werkzaamheid;
—, (...heden), wat verricht wordt, bezigheid, arbeid: de werkzaamheden zijn reeds begonnen; lijst van werkzaamheden op school, leerrooster.