WERVELHOLTE, v. (-n), (ontl.) holte in een wervelbeen tusschen het wervellichaam en de werveluitsteeksels;
...HOUT, o. (-en), (plantk.) gew. naam voor: wilg, inz. amandelwilg en waterwilg ;
—, o. gmv. hout van het wervelhout;
...KANAAL, o.
...kanalen), (ontl.) ruggegraatskanaal;
...KOLOM, v. (-men), (ontl.) een hol en geleed geheel van beenderen, dat den eenigen steun van het hoofd en den romp uitmaakt en waarbinnen het ruggemerg besloten is, ruggegraat;
...KRUID, o. wild basilicum;
...LICHAAM, o. (...lichamen), (ontl.) het dikke massieve gedeelte voor de wervelholte in het wervelbeen;
...STEEN, m. (-en), (molenm.) een der beide rond uitgehakte steenen, waarin de as van het steenspil draait.