Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie T
- Tontine
- Tonvisch
- Toog
- Toogen
- Toognagel
- Tooi
- Tooien
- Toom
- Toomeloos
- Toomen
- Toon
- Toonbaar
- Toonbank
- Toonder
- Toondicht
- Tooneel
- Tooneelachtig
- Tooneelcritiek
- Tooneelist
- Tooneelkennis
- Tooneelmatig
- Tooneelmeester
- Toonen
- Tooner
- Toonge slacht
- Toongever
- Toonkunstig
- Toonladder
- Toonloos
- Toonmeter
- Toonsafstand
- Toonschaal
- Toonstuk
- Toonteeken
- Toontrap
- Toontreder
- Toonvast
- Toonvenster
- Toonverhouding
- Toonwand
- Toonwijzer
- Toorn
- Toornegloed
- Toornen
- Toornig
- Toorts
- Toortsachtigen
- Toortsboom
- Toost
- Toosten
- Tooster
- Toot
- Toovenaar
- Tooverachtig
- Tooverartikelen
- Tooveren
- Tooveres
- Tooverfiguur
- Tooverij
- Tooverkaart
- Tooverkrachtig
- Tooverkring
- Tooverlantaarn
- Top
- Topaas
- Topachtig
- Topasoliet
- Topazen
- Topbocht
- Topeng
- Topgevel
- Topic
- Topisch
- Topklep
- Topograaf
- Topographie
- Topographisch
- Toppen
- Toppenant
- Toppenantsblok
- Toppenend
- Topper
- Toppereend
- Toppershoed
- Toppie
- Toppunt
- Topreep
- Topsch
- Topsieraad
- Topskoelte
- Topstander
- Topzwaar
- Toque
- Tor
- Torachtig
- Toreador
- Toren
- Torenachtig
- Torenblazer
- Torendekschip
