Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie T
- Torenhoog
- Torenkamertje
- Torenkruid
- Torenvalk
- Torenwacht
- Torkruid
- Torment
- Tormentatie
- Tormenteeren
- Tormentil
- Torn
- Tornado
- Tornen
- Tornklamp
- Tornooi
- Tornooien
- Tornooikraag
- Torntouw
- Torpedist
- Torpedo
- Torpedoboot
- Torpilleeren
- Torrengeslacht
- Tors
- Torsen
- Torsie
- Torsiebalans
- Tortel
- Tortueus
- Tortuur
- Tory
- Tot
- Totaal
- Totalisator
- Totaliteit
- Totaliter
- Totdat
- Totebel
- Totem
- Totemisme
- Totok
- Totoksch
- Totstandbrenging
- Touchant
- Touche
- Toucheeren
- Toupet
- Tour
- Tournee
- Tourneeren
- Tourniquet
- Tournooi
- Tournure
- Touter
- Touteren
- Touw
- Touwbaan
- Touwen
- Touwer
- Touwladder
- Touwtjespringen
- Touwwerk
- Tower
- Toxicologie
- Toxinen
- Toynbee club
- Traag
- Traan
- Traanachtig
- Traanarbeider
- Traanbeen
- Traanketel
- Traanoog
- Traanoogen
- Traanpijp
- Traanzeep
- Tracé
- Traceeren
- Trachee
- Trachel
- Trachiet
- Trachten
- Tractaat
- Tractabel
- Tracteeren
- Tractie
- Trademark
- Traditie
- Traditioneel
- Trafiek
- Trafikant
- Tragedie
- Tragelijk
- Tragi-comisch
- Tragicus
- Tragisch
- Train
- Traineeren
- Trainen
- Traineur
