Gepubliceerd op 02-12-2018

Tooneel

betekenis & definitie

Tooneel - o. (-en), elke plaats waar iets belangrijks voorvalt of iets plaats heeft, waar aller oogen op gevestigd zijn : Frankrijk was het tooneel van den oorlog; een jammerlijk tooneel van plundering; het was een aandoenlijk tooneél; de wereld is een groot tooneel; tooneelen van jammer en ellende;

— schouw plaats, vertoonplaats in een schouwburg: iets ten tooneele voeren ; het tooneel stelt een bosch, eene binnenkamer voor ;
— de schouwburg: aan het tooneel verbonden zijn ; de bestuurders van een tooneel;
— het tooneelvermaak ; alles wat met den schouwburg en het tooneelspelen in verband staat;
— deel van een bedrijf (in een tooneelstuk): een tooneelstuk verdeelt men in bedrijven, de bedrijven in tooneelen. TOONEELTJE, o. (-e).