Gepubliceerd op 02-09-2018

Effect

betekenis & definitie

EFFECT, o. (-en), schuldbrief door Staten, provinciën enz. of bijzondere personen uitgegeven, bewijs van deelgerechtigheid in handelsondernemingen; een effect daalt, rijst, de waarde ervan wordt lager, hooger;

— effecten, goederen, vermogen, have;
— wissels, geldswaardig papier;
— (fig.) zijne effecten zijn danig aan het dalen, hij gaat voortdurend achteruit (in zijne zaken, invloed, gunst, gezondheid enz.);
— groote uitwerking:
dat had effect; ook effect sorteeren, goede uitwerking hebben;
— zoo iets heeft effect, maakt diepen indruk;
— werken op het effect, dat bet de aandacht trekt, bijval vindt;
— effect maken, opzien baren, verbazen;
— jacht op effect maken, voortdurend iets bijzonders doen, dat de algemeene aandacht trekt;
— effect aan iets ontleenen, daardoor op den voorgrond geplaatst worden;
— iets buiten effect stellen, maken dat iets geen gevolgen heeft, geen dienst meer kan doen die kleine booten worden dadelijk buiten effect gesteld;
— (biljartspel) een bal effect geven, in de juiste richting stooten; een bal zonder effect, die niet in de juiste richting gaat.