Gepubliceerd op 02-09-2018

Dreigen

betekenis & definitie

DREIGEN, (dreigde, heeft gedreigd), te kennen geven, dat men voornemens is iem. iets onaangenaams te berokkenen hij dreigde mij te slaan; hij dreigde hem alles te zullen vertellen; hij dreigde hem met een stok;

— op het punt staan van hij dreigde te vallen; dit gebouw dreigt in te storten; het dreigt te regenen;
— (Z. A.) ik heb al lang gedreigd u te bezoeken, ben al lang van plan geweest;
— bedreigen als gevaren ons dreigen, is onze helper daar;
— (gew.) eene aarzelende houding aannemen voor men tot eene daad overgaat: sta niet zoo te dreigen, waag den sprong over de sloot maar; vgl. nog afdreigen, bedreigen. DREIGING, v. (-en).

< >