Wat is de betekenis van dreigen?

dreigen - Werkwoord 1. (inerg) een bestraffende handeling in het vooruitzicht stellen ♢ De werknemers dreigden met een staking. 2. bang maken 3. er zou iets ergs kunnen gebeuren ♢ Er dreigt een fors onweer.

dreigen - regelmatig werkwoord uitspraak: drei-gen 1. bang maken door iets te doen of te zeggen ♢ de inbreker dreigde met een mes 2. het gebeurt bijna ♢ het dreigt te gaan regenen Reg...

(altijd gevolgd door ‘ermee’): De premier dreigt ermee op te stappen.

dreigen - Agonistisch gedrag dat tot functie heeft de opponent te intimideren, te verjagen zonder gevecht. Hierbij kunnen verschillende signalen worden aangewend, meestal houdingen die het lichaam groter maken of die de wapens (tanden bijvoorbeeld) tonen. D. kan ook elementen van een intentiebeweging hebben, wat er op wijst dat er niet alleen een a...

houding als direct gevolg van agressie- en vluchtneiging die geen van beide volledig tot uitdrukking komen, bv. op grens van territorium.

(dreigde, heeft gedreigd), 1. treiteren, uitjouwen. Maar al die jongens die hun hindostaanse meester ‘dreigden’, nu [bij het examen] had zo'n man de kans om ze te djammen (Cairo 1977: 57). 2. voor de gek houden, bespotten. Telkens als ik [God] jullie vergiffenis gegeven heb, zijn jullie weer begonnen om me te dreigen (Helman 1954a...

v., drige, driigje, drouwe, drouje; -d voorspellen, wikje, wikke; er dreigt regen of onweer, maar het komt niet los, de loft, it waer hinget om ; onweersachtig -d (van de lucht), forbolgen.

...

(dreigde, heeft gedreigd), I. onoverg., 1. een of als een onaangename bejegening in het vooruitzicht stellen: hij begon te dreigen; dreigende woorden; hij dreigde met een stok; 2. als onaangename ervaring of ongewenste toestand in het vooruitzicht staan, resp. stellen: er dreigt gevaar; een dreigende storm; 3. (ge...