Gepubliceerd op 01-09-2018

Commissaris

betekenis & definitie

COMMISSARIS, m. (-sen), gelastigde, volmachthebber (van eene regeering);

— commissaris der Koningin, de vertegenwoordiger der Koningin in , de provinciën, voorzitter van de Provinciale en Gedeputeerde Staten;
— commissaris van politie, in vele steden de ambtenaar die chef der politie is;
— rechter-commissaris, zie aldaar;
deelhebber, belast met het toezicht op eene industrieele of financieele onderneming: de commissarissen der Handelmaatschappij; commissaris eener sociëteit, van eene vereeniging, enz.;
— commissaris van het beurt- of marktveer, die aanteekening houdt van de verzonden goederen enz.;
— de commissarissen van orde (bij een feest, een optocht), die voor eene goede regeling zorgen, de orde handhaven enz.