Gepubliceerd op 01-09-2018

Caduc

betekenis & definitie

CADUC, bn. bouwvallig (van gebouwen); in slechten toestand, versleten door het vele gebruik is dat boek caduc; dat paar handschoenen is nu al caduc;

— (van personen en hun lichaamstoestand) zwak, gebrekkig, afgewerkt, ,,op” door overmatige studie is hij caduc.

< >