BROODDEEG, o. deeg waarvan men brood bakt; gekneed brood om te bengelen;
...DEPOT, o. (-s), winkel waar voor een bakker of eene fabriek brood verkocht wordt;
...DIEF, m. (...dieven), iem. die brood steelt;
— (fig.) die een ander zijn brood, zijn bestaan doet verliezen; (soms ook) beunhaas, knoeier.