Gepubliceerd op 24-02-2020

Winkel

betekenis & definitie

Het begrip winkel heeft 2 verschillende betekenissen:

1. winkel - WINKEL, m. (-s), hoek : men heeft in alle winkels en hoeken gezocht; (ontl.) oogholte.

2. winkel - WINKEL, m. (-s), huis of gedeelte van een huis waar voorwerpen te koop zijn, magazijn : een winkel openen, hebben, houden; winkel voor sigaren, voor kruidenierswaren;
— vrije winkel, in tegenstelling met gedwongen winkel, waarin de werklieden gedwongen worden te koopen, op gevaar of straffe van gedaan te krijgen;
— werkplaats der ambachtslieden, fabriek : naar den winkel gaan;
— (fig.) dat is daar een winkel, alles is er in de war.