Wat is de betekenis van beunhaas?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

beunhaas

iemand met onvoldoende vakkennis. iemand die het vak dat hij beoefent niet of onvoldoende beheerst, maar wel de indruk wil wekken dat hij dat wel doet. Voorbeelden: De stromingen zouden ervoor moeten zorgen dat de gigantische financiële uitstroom naar oplichters, beunhazen, profiteurs en manipulators vanuit het kunstenvlak een h...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

beunhaas

(1632) (scheldw.) slechte handwerker; knoeier; iemand die zijn vak niet verstaat; onbevoegde; tegenwoordig ook voor iemand die zwarte arbeid verricht. Van het Nd. böhnhase (kleermaker die zijn proefstuk niet heeft gemaakt). ‘Böne’ of beun betekent zolder. Hier eigenlijk: iemand die stilletjes op zolder werkt. Beunhaas beteken...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beunhaas

beunhaas - Zelfstandignaamwoord 1. een persoon die een vak of beroep uitoefent zonder daarvoor de benodigde opleiding te hebben gehad beunhaas - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beunhazen ♢ Ik beunhaas 2. gebiedende wijs van beunhazen ...

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

beunhaas

slechte handwerker; knoeier; iemand die zijn vak niet verstaat; onbevoegde; tegenwoordig ook voor iemand die zwarte arbeid verricht. Sedert ca. 1632. Van het Nederduitse böhnhase (kleermaker die zijn proefstuk niet heeft gemaakt). Böne of beun betekent ‘zolder’. Hier eigenlijk ‘iemand die stilletjes op zolder werkt&rsqu...

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Beunhaas

knoeier; onbevoegde

2024-04-26
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Beunhaas

Een beun, bun of ben is een losse planken vloer boven de eigenlijke vloer. Het is zowel een viskaar als een zoldering. Een beunhaas is dus een zolderhaas, een kat, net als een dakhaas. Men gebruikte het woord reeds in de zestiende eeuw voor een arbeider die stilletjes op een zolder werkte, omdat hij geen lid was van het gilde. In Neder-Duitsland wa...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beunhaas

s., kneukelhouwer, hakkenkruk,griemer, piel(d)er.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beunhaas

m. (...hazen), iem. die zijn vak niet goed verstaat en onder de markt werkt, onbevoegde, onderkruiper; — (handel) onbeëdigd makelaar.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beunhaas

m. beunhazen (eig. zolderkaas; niet-lid van een gilde, die op een zolder werkte; nu: [onbevoegde] knoeier): huisdominee was eigenlijk maar beunhaas in ‘t vak.