Het begrip bram heeft 3 verschillende betekenissen:
1. bram - BRAM, m. (-men), bramzeil;
— (fig.) bram op bram, bram boven bram voeren, pralen, een groot vertoon maken.
2. bram - BRAM, m. (-men), flinke, wakkere kerel, kloeke borst;
— het is een rechte bram, een windbuil;
— den bram uithangen, een weelderig of losbandig leven leiden, veel vertooning maken; ’t is een Jan van een Bram, een geweldige opsnijder.
3. bram - BRAM, m. (-men), blok ijzer, waaruit grofblik geplet wordt.