BOTERVAT, o. (-en), vaatje waarin boter geweest is, ook bestemd om met boter gevuld te worden;
— (gew.) met zijn achterste in het botervat vallen, door een rijk huwelijk uit de verlegenheid geraken;
...VERF, v. (...verven), kleursel voor de boter;
...VET, o. butyrine het hoofdbestanddeel van de boter;
...VLEK, v. (-ken);
...VLOOT, v. (...vloten);
...VLOOTJE, o. (-s), overdekt bakje voor boter;
...VORM. m. (-en);
...VROUW. v. (-en), boterboerin.