Gepubliceerd op 01-09-2018

Bootsman

betekenis & definitie

BOOTSMAN, m. (-nen), sloeproeier, jolleman;

— (op oorlogsschepen) onderofficier, belast met het toezicht op zeil en treil van den grooten mast en het bevel over de bootsmansgasten; hij wordt tot de dekofficieren gerekend;
— (op koopvaardijschepen) de aanvoerder der bemanning en hoogste onderofficier;
— (op de landswerven) die het toezicht en bestuur heeft op den takelzolder en tevens op het toetuigen en gedeeltelijk uitrusten der schepen;
— iemand die goederen en passagiers naar voorbijvarende stoombooten brengt of er afhaalt.

< >