BOOMGRENDEL, m. (-s) grendel aart een havenboom;
...GRENS, v. denkbeeldige lijn die den plantengordel der boomen bepaalt, zoowel ten aanzien van den breedtegraad als van de berghoogte;
...GROEI, m.;
...GROEP, m. (-en), partij boomen vanzelf bij elkander gegroeid of aangelegd in een park.