BOEZEMWEES, m. en v. (...weezen),
...WEEZE, v. (-n), kind, dochter na den dood des vaders geboren;
...WONDE, v. (-n), wonde in de borst; (fig.) grievend leed, zware slag;
...ZONDE, v. (-n), lang gekoesterde, ingewortelde zonde die dus moeilijk uit te roeien is.