Gepubliceerd op 01-09-2018

Boegspriet

betekenis & definitie

BOEGSPRIET, m. (-en), (zeew.) een schuins liggend rondhout dat buiten den voorsteven uitsteekt;

— met den boegspriet over het hek liggen, gezegd als een schip met zijn boegspriet over den spiegel van een ander schip heensteekt;
—BANDEN, m. mv.;
—KAM, m. (-men), boogvormige inlating in den onderkant van den boegspriet;
—KUSSEN, o. (-s), oven van den boegspriet;
—LOOPEN, o. zeker volksspel waarbij de deelnemers tot aan het eind van een horizontaal liggenden, gladgemaakten mast moeten loopen, op gevaar af van in een der aan beide zijden gespannen, met meel en met roet gevulde zeilen te vallen;
—SPRONG, m. (-en), de hoek dien de boegspriet met de waterlijn maakt;
—VIOOL, v. (...violen), de platte stukken hout tegen het vooreinde van den boegspriet, ook vioolstukken en schildpadden genaamd;
—WOELING, v. (-en), touw waarmee de boegspriet omwonden en verbonden is aan de woelingknie;
—ZEIL, o. (-en).

< >