boegspriet
1) (17e eeuw) (sch.) spitse neus. Gezien als het voorste deel van het gelaat. • (N. Heinsius: Den Vermakelyken Avanturier, ofte de wispelturige en niet min wonderlyke levens-loop van Mirandor. 1695) • Boegspriet; Neus. (Volledig Nederlandsch-Eng. en Engelsch-Nederl. zak-woordenboek. 1857) 2) (19e eeuw) (sch.) mannelijk geslac...