BLIJKBAAR, bn. bw. (-der, -st), wat blijkt zoo te zijn, wat men duidelijk inziet, erkent: ’t is eene blijkbare vergissing; hij heeft blijkbaar te veel op eigen kracht vertrouwd. BLIJKBAARHEID, v. .
Uitgelicht
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 2.112 anderen in!