BIJLOOPER, m. (-s), klaplooper; leerling in eenig ambacht, loopjongen;
— hij is maar zoo wat bijlooper. telt nog niet voor vol mee. Bijloopertje, o. -s). BIJLOOPSTER. v. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: