BIECHTGEHEIM, o. (-en), verplichting voor den biechtvader om het stilzwijgen te bewaren over hetgeen in de biecht is beleden het biechtgeheim schenden;
— zeer groot geheim;
...GELD, o, (-en),
...LOON, o. (-en), biechtpenning;
...KAMER, v. een in tweeën of drieën verdeeld open vertrekje tegen een der kerkwanden, waarin biechtvader en biechteling plaats nemen;
...KIND. o. (-eren), biechteling.