BEPLOOIEN, (beplooide, heeft beplooid), plooien in iets leggen; -
— eene scheur beplooien, onder of tusschen de plooien verbergen;
— (fig-) eene zaak voor iem. beplooien, in orde brengen, schikken;
— (w. g.) een tijd beplooien, met elkander plooiende, schikkende een tijd bepalen.