Het begrip bas heeft 4 verschillende betekenissen:
1. bas - BAS, v. (-sen), (muz.) laagste partij in een muziekstuk; lage mannenstem; de contrabas, die staande bespeeld wordt;
— generale bas of becijferde bas, de laagste stem van een muziekstuk, bestemd en ingericht om een overzicht van de harmonie te geven; te dien einde worden onder of boven de basnoten cijfers geschreven, die aanduiden welke akkoorden die noten vereischen; concerteerende bas, benaming eener baspartij die niet gemist kan worden;
— de lagere partij in een pianostuk voor 2 personen; instrument waarmee de lage tonen worden voortgebracht.
2. bas - BAS, m. (-sen), baszanger.
3. bas - BAS, v. (-sen), (bouwk.) kardoes, eene soort, van consol, waarvan de voorsprong veel meer bedraagt dan de dikte.
4. bas - BAS, v. (-sen), draaibas, (veroud.) scheepsgeschut van klein kaliber.
