Afwachter m. (-s), iem. die geduldig wacht tot iets komen of gebeuren zal;
— iem. die eene afwachtende houding aanneemt; inz. in de politiek van diegenen gezegd, die voorshands geene partij kiezen, maar afwachten om naar den loop der gebeurtenissen hunne handelingen te bepalen. AFWACHTSTER, v. (-s).