AFPEUZELEN, (peuzelde af, heeft afgepeuzeld), (kleine stukjes van iets eetbaars) afnemen en met smaak opeten : daar zat de kleine een stuk van de taart af te peuzelen;
— kijk Azor daar eens lekker een beentje zitten af te peuzelen, het vleesch dat er aan zit bij kleine stukjes met smaak opeten.