AFPANDEN, (pandde af, heeft afgepand), (historische term) iem. of van iemand iets afpanden, (t. w. eene verschuldigde geldsom) van hem innen door het rechtsmiddel van panding (in het oude recht), d. i. door een gerechtelijken eisch. dat deze of gene goederen van den schuldenaar voor eene door den rechter te schatten waarde aan den schuldeischer in betaling der schuld zullen worden toegewezen;
— (gew.) (bij eene verknoping) afslaan.