Afpanden
(pandde af, heeft afgepand), 1. (historische term) iem. of van iemand iets afpanden, (t.w. een verschuldigde geldsom) van hem innen door het rechtsmiddel van panding (in het oude recht), d.i. door inbeslagneming en verkoop van een daartoe bestemd of aangewezen pand; 2. (gew.) (bij een verkoping) afslaan.