o., de gedroogde wortelstok van een plant (Glycyrrhiza glabra), en deze plant zelf, die in Zuid-Europa thuis behoort en aldaar in ’t groot verbouwd wordt; in de geneeskunde en als lekkernij gebruikt: een stuk, een pijpje zoethout; van zoethout maakt men drop ;
(gew.) bitter zoethout en wild. zoethout, bitterzoet.