Wat is de betekenis van Zoethout?

zoethout - Zelfstandignaamwoord 1. Glycyrrhiza glabra, een plant die tot de vlinderbloemigen behoort 2. gedroogde wortelstok van de gelijknamige plant Woordherkomst samenstelling van zoet en hout

Zoethout (Glycyrrhiza glabra) is de gedroogde wortelstok van de zoethoutplant. De plant komt voor langs rivieren in warme landen, zoals Zuid-Europa en het Midden-Oosten. De wortelstok bevat glycyrrhizine (suiker), bitterstoffen en de stof, die zorgt voor de typische dropsmaak.

een in Zuid-Europa en West-Azië inheemse struik uit de familie der vlinderbloemigen. Het uit de wortels getrokken zoete sap levert drop; het wordt ook voor talrijke geneesmiddelen, vooral hoestdranken gebruikt.

geschilde wortel van Glycyrrbiza glabra (saponine-houdend). Het ingedikte sap (Succus liquiritiae) komt hier als drop in de handel. Als bestanddeel van thee, als slijmoplossend middel. Ter behandeling van maagzweer; zie Drop.

Gedroogde wortels van Glycyrrhiza glabra. Soms worden de wortels vermalen. Het grootste deel wordt verwerkt tot extract, dat toegepast wordt bij de fabricage van drop, hoestpastilles e.d.; ook voor het sausen van tabak.

s.n., prikswiethout (it), swieteprikke, houtsop (it), swartsop (it).

...

o., de gedroogde wortelstok van een plant (Glycyrrhiza glabra), en deze plant zelf, die in Zuid-Europa thuis behoort en aldaar in ’t groot verbouwd wordt; in de geneeskunde en als lekkernij gebruikt: een stuk, een pijpje zoethout; van zoethout maakt men drop ; (gew.) bitter zoethout en wild. zoethout, bitter...

gedroogde, al of niet geschilde, wortels van Glycyrrhiza glabra, kruidachtige plant, behorende tot de Vlinderbloemfam., o.a. in Italië, Spanje, Rusland.