bn.,
1. arbeidend: de werkende stand, (Zuidn. de werkende klasse), de arbeidersklasse; — handelend, actief: de werkende leden ener vereniging;
2.vormend: de werkende breedte van geploegde planken de breedte zonder de messing, n.1. de breedte die er door' gevormd wordt in het werk ;
3. bewegend : de werkende delen van een machine;
4. gevolgen teweegbrengend: de werkende oorzaak ; — de werkende kracht der genade.