Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vereniging

betekenis & definitie

v. (-en),

1. het verenigen, samenvoeging, samensmelting: de vereniging van Nederland en België, van kleuren, van partijen; — huwelijk :
2. het samenkomen in een punt, lijn of vlak ; — vand. punt van samenkomst : bij de vereniging van Maas en Waal;
3. het samenkomen en samenwerken van personen tot een bep. doel: recht van vereniging en vergadering;
4. lichaam gevormd door de aaneensluiting van een aantal personen ter bevordering van enig (niet-commercieel) belang, met een bestuur en gebaseerd op statuten ; gezelschap, genootschap : een vereniging oprichten : lid van een vereniging zijn ; een vereniging van postzegelverzamelaars ; (Zuidn.) vereniging zonder winstgevend doel, niet-commerciële vereniging die rechtspersoonlijkheid kan krijgen (wet v. 27 Juni 1921); — meton. ook wel in toepassing op de plaats of het gebouw waar de leden van zulk een groep samenkomen.