werkend
werkend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanwerken werkend - Bijvoeglijk naamwoord 1. bezig met werken
Wiktionary (2019)
werkend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanwerken werkend - Bijvoeglijk naamwoord 1. bezig met werken
Muiswerk Educatief (2017)
werkend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: wer-kend 1. wie handelt of actief is ♢ de werkende leden van de vereniging voeren allerlei klussen uit 1. al werkende weg [geleidelijk] ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. arbeidend: de werkende stand, (Zuidn. de werkende klasse), de arbeidersklasse; — handelend, actief: de werkende leden ener vereniging; 2.vormend: de werkende breedte van geploegde planken de breedte zonder de messing, n.1. de breedte die er door' gevormd wordt in het werk ; 3. bewegend : de werken...
M. J. Koenen's (1937)
bn. (arbeidend): de werkende stand; de werkende leden ener harmonie, die nl. een instrument bespelen; een snel werkend geneesmiddel, dat spoedig resultaat geeft.
Jozef Verschueren (1930)
('werkənt) bn. en bw. 1. arbeidend : de -e stand. 2. uitwerking hebbend : een snel geneesmiddel. 3. veroorzakend : dat is de -e kracht. 4. handelend : de -e leden van een maatschappij.
J.H. van Dale (1898)
WERKEND, bn. wat werkt: de werkende stand, de arbeidersklasse; een snel en krachtig werkend geneesmiddel; — veroorzakend : de verkende oorzaak; — handelend: de werkende leden eener vereeniging ; de werkende kracht der genade.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: