v. (-en),
1. keer of gelegenheid dat men wandelt: een wandeling maken, gaan doen ; — een militaire wandeling, krijgstocht die zonder enige tegenstand ondernomen kan worden ;
2. wandelplaats;
3. afstand die men wandelende aflegt;
4. verkeer: er is weinig goudgeld, veel papier in de wandeling. in omloop ; — in de wandeling, gewoonlijk, in het dagelijks leven.