Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tegenstand

betekenis & definitie

m.,

1. verzet: tegenstand bieden, tegenstand ondervinden, ontmoeten; zonder tegenstand rukten ze de stad binnen.
2. (werkt.) even grote, doch in tegengestelde richting werkende kracht, die een lichaam van een ander lichaam ondervindt wanneer het daarop een zekere kracht uitoefent; weerstand; reactie: bij het neerslaan van de vleugels van een vogel biedt de lucht een grotere tegenstand dan bij het opkleppen.
3. plaatsing tegenover iets anders, oppositie: (sterr.) een planeet die in tegenstand is met de zon; — ornamenten die in tegenstand zijn.